Onderzoek opkopen vakantieparken


Laatste update: 14/07/2022

In opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties & Economische Zaken en Klimaat heeft een consortium van NRIT, CELTH en Erasmus UTP onderzoek gedaan naar het opkopen van vakantieparken. Dit naar aanleiding van een tweetal moties die door de Tweede Kamer zijn aangenomen.  HISWA-RECRON is blij dat het rapport uitwijst - dat jaarplaatsen op de Nederlandse campings in hoog tempo verdwijnen doordat buitenlandse investeerders massaal Nederlandse vakantieparken opkopen – onjuist is. Daarnaast zien de  ministers in dat de rechten van huurders van jaarplaatsen niet ondergebracht moeten worden in het huurrecht. Een deel van de aanbevelingen in het rapport – zoals het algemeen verbindend verklaren van de RECRON-voorwaarden – liggen in lijn met de plannen van HISWA-RECRON in het kader van de verdere positionering van de RECRON Erkende bedrijven. Daarover zal HISWA-RECRON in overleg treden met de ministeries en de consumentenorganisaties.

 

De strekking van de eerste motie betreft de mate van het opkopen van vakantieparken door investeerders en de gevolgen daarvan voor ruimtelijke ordening, natuur en zittende eigenaren/huurders.

Het beeld, dat jaarplaatsen op Nederlandse campings in hoog tempo verdwijnen doordat buitenlandse investeerders massaal Nederlandse vakantieparken opkopen is onjuist. De transformatie naar parken met verhuureenheden wordt zowel door Nederlandse en internationale ketens en projectontwikkelaars als in mindere mate door huidige eigenaren gerealiseerd. Op het totaal aantal jaarplaatsen gaat het om bescheiden aantallen. Daarnaast spelen ketens, bezien naar aantallen vakantieparken en standplaatsen/accommodaties, een bescheiden maar wel groeiende rol op de Nederlandse markt. De transformatie van jaarplaatsen naar verhuuraccommodaties wordt gevoed door opvolgingsproblemen en het interessante verdienmodel.

Dit betekent niet dat de individuele huurder van een jaarplaats geen impact ervaart van het verlies van zijn jaarplaats. Gezien het gering aantal beschikbare plaatsen is een nieuwe locatie vinden voor de stacaravan of chalet niet evident. Zij ervaren daarbij een ongelijk krachtenveld in de relatie met zowel parkeigenaren als de overheid.

De impact van de getransformeerde parken op ruimtelijke ordening en natuur wisselt per thema. Die parken zijn in potentie duurzamer, maar trekken ook meer toeristen met een verhoogde impact. Daarbij komt dat de realisatie van een vernieuwd park een tijdelijke negatieve impact heeft.

De tweede motie betreft een onderzoek naar de uitbreiding van de bescherming die zittende huurders genieten bij overname.

De onderzoekers stellen in hun rapport dat vakantieparken -door het onderbrengen van de rechten van huurders van jaarplaatsen in het huurrecht- ernstig worden beperkt in de exploitatiemogelijkheden van het vakantiepark. Die beperking van mogelijkheden staat in geen verhouding tot de vele rechten die huurders nu al hebben ten aanzien van het opzeggen van het huurcontract van de jaarplaats. Bovendien blijkt uit het programma Vitale Vakantieparken overduidelijk dat vakantieparken met goed ondernemerschap, die aansluiten bij de marktbehoefte, de grootste kans hebben om vitaal te blijven. Parken waar ondernemers door huurbescherming niet kunnen herstructureren worden beperkt in hun mogelijkheden tot innovatie en aansluiting op de marktvraag. Huurders van vaste standplaatsen kunnen een beroep doen op het algemeen huurrecht, RECRON-voorwaarden of jurisprudentie. Zowel de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als minister van Economische Zaken en Klimaat vinden dat toepassing van het huurrecht zoals voor woningen onevenredig is voor de recreatiemarkt.

 

Documenten

Tags: Onderzoek opkopen vakantieparken vitale vakantieparken herstructurering