Belang 

• Verplichte beleidsvisie onder de Omgevingswet. Elke provincie moet een omgevingsvisie opstellen waarin zij haar ambities, belangen en doelen voor de fysieke leefomgeving beschrijft.
• Langetermijnstrategie voor ruimtelijke ontwikkeling. De visie biedt richting voor thema’s als wonen, mobiliteit, natuur, energie, klimaatadaptatie en economie tot 2050.
• Instrument voor integrale afweging. De omgevingsvisie helpt bij het maken van keuzes tussen verschillende belangen en functies in de ruimte, zoals landbouw versus natuur, of woningbouw versus windmolens.
• Sturingsmiddel voor gebiedsgerichte aanpak. Provincies treden op als ‘gebiedsregisseur’ en gebruiken de omgevingsvisie om samenhang te brengen in regionale opgaven en projecten.
• Basis voor andere instrumenten De visie vormt de onderlegger voor programma’s, verordeningen en projectbesluiten die provincies nemen binnen de Omgevingswet.

Positie binnen het omgevingsbeleid

• Tussen Rijk en gemeenten. De provinciale omgevingsvisie vormt de schakel tussen de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en gemeentelijke omgevingsvisies. Ze vertaalt nationale doelen naar regionale context en stuurt lokale uitvoering aan.
• Samenhangend beleid met andere provincies en het Rijk. Provincies stemmen hun visies af met elkaar en met het Rijk om tot een samenhangende nationale ruimtelijke koers te komen. Dit is essentieel voor grote transities zoals woningbouw, energietransitie en klimaatadaptatie.
• Dynamisch en actualiseerbaar document. De visie is geen statisch plan, maar kan worden aangepast aan nieuwe inzichten, maatschappelijke ontwikkelingen en beleidsprioriteiten.

Positie in het omgevingsbeleid
Het is te zien als een schakel tussen:

• Rijksoverheid: stelt nationale doelen op (zoals woningbouw of klimaatadaptatie)
• Provincie: vertaalt die doelen naar de regionale context en brengt partijen samen
• Gemeenten: voeren lokaal uit, binnen de kaders van de provinciale visie

Tot slot, de provinciale visie geeft richting en kaders waarbinnen gemeenten hun eigen keuzes maken. Bijvoorbeeld:

• De provincie kan aangeven waar grootschalige woningbouw wenselijk is.
• Gemeenten vullen dat lokaal in: waar precies, hoe hoog, met welke voorzieningen.
• Bij conflicten (bijvoorbeeld natuur versus woningbouw) kan de provincie sturend optreden.