Consultatie wetswijziging WAS 2023

3 september 2025

Er staat een belangrijke wijziging op stapel die directe impact kan hebben op recreatiebedrijven, waar HISWA-RECRON al een langere tijd mee bezig is voor de buitensportondernemers. Het ministerie van VWS heeft een herziening voorgesteld van de Warenwetregelgeving attractie- en speeltoestellen (WAS 2023). Deze herziening beoogt onder andere het reguleren van toestellen die tot nu toe buiten de wet vielen, zoals klimbossen, ziplines en touwparkoersen. Hiervoor is een nieuwe categorie geïntroduceerd: activiteitstoestellen.

Afgelopen week is er nauw samengewerkt met verschillende ondernemers om tot een eenduidige reactie te komen op de lopende internetconsultatie. Dat heeft geleid tot een voorbeeldbrief die verstuurd is naar in ieder geval alle buitensportondernemers.

HISWA-RECRON zal uiterlijk vrijdag 5 een branchereactie inbrengen in de consultatie. Hieronder vind je de bevindingen van HISWA-RECRON en haar leden:

1. Overgangsregeling voor bestaande toestellen

Een belangrijk punt van zorg is het ontbreken van een duidelijke overgangsregeling voor toestellen die al eerder zijn gekeurd en veilig bevonden. In de huidige voorstellen lijkt het erop dat ondernemers opnieuw moeten laten keuren, ook als hun toestellen al voldoen aan bestaande normen. Dit zou betekenen dat er opnieuw kosten gemaakt moeten worden en dat er extra administratieve lasten ontstaan, zonder dat dit leidt tot een aantoonbare verbetering van de veiligheid. Het is daarom van groot belang dat bestaande keuringen worden erkend en dat er een redelijke overgangsperiode wordt opgenomen in de regelgeving.

2. Geen uitsluiting van ‘elk gevaar’

In de concepttekst van het WAS 2023 wordt gesuggereerd dat toestellen geen enkel gevaar mogen opleveren. Hoewel veiligheid uiteraard voorop staat, is het in de praktijk onmogelijk om elk risico volledig uit te sluiten. Zeker bij recreatieve en avontuurlijke activiteiten hoort een zekere mate van spanning en uitdaging. Als de norm wordt dat elk potentieel gevaar moet worden uitgesloten, dan dreigt het speelveld voor ondernemers onwerkbaar te worden. Er moet daarom een realistische benadering komen, waarbij het gaat om het beperken van onaanvaardbare risico’s en het waarborgen van verantwoord gebruik, in plaats van het elimineren van elk mogelijk risico.

3. Ingebruiknamekeuring en capaciteit van deskundigen

Volgens de nieuwe voorstellen moeten activiteitstoestellen jaarlijks worden gekeurd door een onafhankelijke deskundige. Hoewel dit op zich begrijpelijk is vanuit het oogpunt van veiligheid, is er op dit moment geen garantie dat er voldoende deskundigen beschikbaar zijn om deze keuringen uit te voeren. Dit kan leiden tot lange wachttijden, hogere kosten en onzekerheid bij ondernemers. Bovendien is niet duidelijk welke normen gelden voor deze deskundigen. Het is daarom essentieel dat er duidelijke eisen worden gesteld aan de deskundigheid van keuringsinstanties én dat er een plan komt om voldoende capaciteit op te bouwen, zodat ondernemers niet vastlopen in het systeem.

4. Ingrijpende wijzigingen en reparaties

Een ander knelpunt is de onduidelijkheid over wat precies wordt verstaan onder een “ingrijpende wijziging” aan een toestel. Zonder heldere definitie bestaat het risico dat ook reguliere onderhoudswerkzaamheden als ingrijpend worden beschouwd, waardoor opnieuw een keuring vereist is. Dit zou leiden tot extra kosten en vertragingen, terwijl het onderhoud juist bedoeld is om de veiligheid te waarborgen. Er moet daarom een duidelijke en werkbare omschrijving komen van wat een ingrijpende wijziging is, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn en niet onnodig worden belast.

5. Melding van ‘ernstige ongevallen’

Tot slot is er zorg over de nieuwe meldplicht voor ernstige ongevallen. De definitie van wat als ernstig ongeval wordt beschouwd, is in de huidige voorstellen onvoldoende afgebakend. Hierdoor bestaat het risico dat ook relatief lichte incidenten onder de meldplicht vallen, wat kan leiden tot reputatieschade en onzekerheid bij ondernemers. Het is belangrijk dat deze meldplicht proportioneel wordt toegepast en dat er een heldere definitie komt, bijvoorbeeld door alleen meldingen te vereisen bij ziekenhuisopname of blijvend letsel. Zo blijft de focus liggen op echte incidenten en wordt onnodige bureaucratie voorkomen.

Terug naar overzicht