Regelgeving speeltoestellen - Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS)


Laatste update: 23/10/2025

Aan welke wettelijke verplichtingen moet je als beheerder van speeltoestellen voldoen? Volgens het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) moeten speeltoestellen in de (semi-)openbare ruimte veilig zijn. Als verantwoordelijke van speeltoestellen koop je goedgekeurde speeltoestellen. Je hebt de verantwoordelijkheid dat deze speeltoestellen goed geplaatst worden met de juiste ondergrond. Goed beheer zorgt ervoor dat een veilig speeltoestel veilig blijft. Dit houdt in: dat er een beheersplan is, dat de toestellen volgens dit plan regelmatig gecontroleerd worden, dat zij goed onderhouden worden en dat deze activiteiten bijgehouden worden in een logboek. VeiligheidNL heeft in samenwerking met de NVWA een stappenplan/beheersplan voor het goed beheren van speeltoestellen, zodat je aan de wet voldoet.

Certificering
Het toestel moet gecertificeerd zijn. Is dit niet het geval, dan moet de beheerder het voor in gebruik name laten keuren door een door de minister aangewezen keuringsinstelling (AKI). Speeltoestellen die al vóór 26 maart 1997 in gebruik waren, behoeven geen typekeuring te ondergaan door een AKI. De beheerder moet zich er dan wel van vergewissen dat het speeltoestel veilig is.

Veilige installatie
Een speeltoestel moet deugdelijk gemonteerd en veilig geïnstalleerd worden. Hierbij hoort ook een veilige omgeving zonder obstakels in het valgebied en een voldoende valdempende ondergrond. Dit betekent dat er geschikt bodemmateriaal met voldoende valdemping moet worden gebruikt. U leest meer hierover bij bodemmaterialen.

Onderhoud
Speeltoestellen moeten veilig onderhouden worden. Goed onderhoud voorkomt onveilige situaties. Het wordt dus preventief gedaan. Onder onderhoud wordt iets anders verstaan dan het uitvoeren van reparaties. Onderhoud is bijvoorbeeld het aandraaien van bouten en moeren, het smeren van lagers, het controleren of de kettingen nog lang genoeg zijn, het controleren van de laagdikte van de ondergrond. In de meeste gevallen zet de producent al in het logboek of actueel dossier wat de kritische punten zijn waarnaar gekeken moet worden bij het onderhoud.

Inspectie
Speeltoestellen moeten regelmatig geïnspecteerd worden. De beheerder controleert of gebruik van het toestel nog steeds veilig is. Met de resultaten van deze inspecties moet ook beoordeeld worden welke acties ondernomen moeten worden voor het veilig houden van het toestel. De benodigde reparaties of herstelwerkzaamheden moeten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden, binnen een verantwoorde tijdsduur.

De beheerder kan de controles ook uitbesteden aan een inspectiebureau. Wanneer een beheerder ervoor kiest om de inspecties uit te besteden aan een inspectiebureau moet hij voorkomen dat de typekeuring opnieuw wordt gedaan. Geeft u daarom de opdracht mee aan een inspectiebureau om alleen te controleren op zaken van installatie en onderhoud.

Logboek of actueel dossier
De beheerder van speeltoestellen kan voor elk speeltoestel een logboek of actueel dossier bijhouden. De beheerder toont hiermee zijn zorg voor de veiligheid van het speeltoestel aan, en maakt hiermee het beheer voor zichzelf inzichtelijk. Ook is het een hulpmiddel voor de controlerende ambtenaar. Het is daarom wenselijk dat het logboek of actueel dossier op de locatie aanwezig en beschikbaar is.

Het logboek of actueel dossier kan per toestel de volgende informatie bevatten:

Identificatie van het speeltoestel:

  • naam en adres van de eigenaar van het toestel
  • naam en adres van degene die het toestel beheert
  • beschrijving van het speeltoestel, bij voorkeur met foto
  • naam van de fabrikant of importeur
  • bouwjaar
  • serie-of typeaanduiding
  • het serienummer, voor zover van toepassing

Aantekeningen betreffende de inspecties en het onderhoud:

  • datum en tijdstip van de inspectie en het onderhoud en gegevens over de uitvoerder
  • geconstateerde gebreken of veranderingen in de staat van het toestel en de reparateur
  • vervanging van belangrijke onderdelen en gegevens over de leverancier van deze onderdelen

Gegevens over ongevallen die verband houden met het toestel:

  • de oorzaak of de vermoedelijke oorzaak
  • opgetreden persoonlijke letsel
  • de maatregelen die de beheerder na het ongeval heeft genomen om herhaling te voorkomen

Update september 2025

Het is alweer zo’n 5 jaar geleden dat de Minister van VWS aangaf om trampolines, opblaaskussens en andere ‘actieve’ toestellen onder het WAS te brengen, naast de attracties en de speeltoestellen die daar al onder vielen. HISWA-RECRON heeft langdurig in dat proces namens de aangesloten buitensportleden lobby gevoerd. Aanvankelijk met het doel om de buitensport buiten de scope van deze wet te houden. En - nadat duidelijk werd dat de minister gewoon doorging op de ingeslagen weg - met het doel om de administratieve lastendruk en de financiële lasten die dit zou gaan meebrengen, zo laag mogelijk te houden en problemen in de uitvoering te voorkomen.

In september 2025 legde het ministerie het beoogde wetsvoorstel ter consultatie voor aan de markt. Daar reageerden onze leden flink op: 45 reacties. Ook HISWA-RECRON reageerde uitvoerig op het wetsvoorstel. Het ministerie van VWS is nu aan zet. Zij moet alle 45 reacties beoordelen en wegen. Of dit gaat leiden tot wijziging van de wet, moet we afwachten. HISWA-RECRON blijft in ieder geval open staan voor het gesprek met VWS om tot aanpassingen te komen.

Update september 2024

In september 2024 had HISWA-RECRON weer een gesprek met het Ministerie van VWS. In de voorbereiding voor dat overleg hebben we schriftelijk herhaald dat zelfregulering onze voorkeur verdient en AKI’s onvoldoende deskundig personeel hebben om de grote vraag naar de beoogde keuringen aan te kunnen. Het Ministerie heeft nogmaals toegelicht waarom louter zelfregulering voor hen geen acceptabele keuze is. Daarvoor krijgen ze kortgezegd te veel signalen over partijen die niet aan deze zelfregulering meedoen. Het probleem met de capaciteit en deskundigheid van de AKI’s wordt erkend en de oplossing wordt mede gezocht in ‘gespecialiseerde AKI’s’ en goede accreditatie. Dit zal echter een uitdaging voor de branche blijven.

Wat betreft de concrete punten zijn meerdere van onze voorstellen ter harte genomen en we hebben over verschillende voorstellen gebrainstormd hoe deze vorm behoren te krijgen. Hieronder een korte toelichting, maar wees bewust dat er nog wijzigingen kunnen plaatsvinden.

Absolute veiligheid vs optimale veiligheid
In het huidige WAS-besluit staat er dat er ‘geen gevaar’ bij het gebruik van het speeltoestel mag zijn. Het ministerie beoogt dit aan te passen zodat er ‘Geen of slechts acceptabel gevaar’ is toegestaan.

Actieve speeltoestellen
MinVWS beoogt een nieuwe categorie ‘actief speeltoestel’ te introduceren in het WAS. Het betreft toestellen waarbij de valhoogte meer dan 3 meter bedraagt of de gebruiker een snelheid van meer dan 10m/s behaalt. Uitgangspunt van het Ministerie is dat deze categorie qua risico tussen normale speeltoestellen en attracties in ligt. In een eerder stadium was gepresenteerd dat deze toestellen aan een periodieke AKI keuring onderhevig zouden zijn (zoals attracties). Door onze input is dit gelukkig aangepast. Wat het Ministerie betreft wordt een actief speeltoestel tenminste eenmaal per drie jaar door een onafhankelijke instantie geïnspecteerd en beoordeeld. Dat behoeft geen AKI te zijn. Daardoor blijft de ruimte voor bijvoorbeeld ERCA keurmeesters om de periodieke inspectie te verrichten.

Over de inhoud van de ingebruiknamekeuring en de opstelling van de AKI’s is veel gesproken. Onze bezwaren en voorstellen worden waar gepast meegenomen in het herontwerp en/of de toelichting op het nieuwe WAS. We wachten af wat de concrete voorstellen worden.

Update juli 2023

Per 1 juli 2023 is het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) gewijzigd. De nieuwe tekst is in het Staatsblad verschenen. Veel voorkomende ongelukken met (verhuur) springkussens en trampolines waren de aanleiding voor de Minister om opdracht te geven voor wijziging van het WAS. Ten opzichte van de oude tekst van het WAS is er een aantal wijzigingen doorgevoerd. De nieuwe wettekst beoogt meer duidelijkheid te bieden in de vraag op wie de wettelijke verplichtingen zich richten. Zo zijn er specifieke verplichtingen die zich richten op de fabrikanten van toestellen, importeurs van toestellen en beheerders van toestellen. Er is verder een verplichting ingevoerd van melding van ernstige ongevallen bij de NVWA en er geldt een bewaarplicht voor de aangewezen instellingen (de AKI’s; dat zijn de instellingen die de veiligheidskeuringen van toestellen doen) van technische constructiedossiers en keuringsrapportages. Met deze wijzigingen wordt beoogd om het toezicht en de handhaving van de NVWA te versterken. Ook worden nieuwe eisen gesteld aan het keuringscertificaat dat na de goedkeuring wordt afgegeven om fraude met certificaten tegen te gaan.

Afbakening met sporttoestellen: vooralsnog niet onder het WAS, maar blijft dat zo?
Het WAS ziet op attractie- en speeltoestellen; sporttoestellen vallen niet onder het WAS en dat moet  wat HISWA-RECRON betreft blijven gelden, òòk voor die sporttoestellen die worden gebruikt voor recreatieve sportbeoefening of sportief bewegen. Het gaat dan met name om toestellen en installaties die gebruikt worden bij klimmen, abseilen, tokkelen, klimbossen, high-rope courses, boulderen en calisthenics.  De discussie hierover duurt voort; de aangewezen AKI’s  en het ministerie (b)lijken voorstander te zijn om die toestellen onder het WAS te brengen, maar zien wat HISWA-RECRON betreft daarbij een aantal belangrijke zaken over het hoofd. De lobby op dit onderwerp wordt dan ook voort gezet en de verwachting is dat hierover in 2024 conclusies worden getrokken.

De veiligheid van speeltoestellen is geregeld in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Hiermee wordt bedoeld: ‘de inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt’.

Dit Warenwetbesluit heeft betrekking op het ontwerp- en fabricageproces, de keuring voor de ingebruikname, Nederlandstalige gebruiksaanwijzing met aanwijzingen, veiligheidsinstructies, waarschuwingen en andere relevante informatie, het bijhouden van een logboek of actueel dossier en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden. Op 1 juli 2023 treedt de herziening in werking. 

De meldplicht bij ernstige ongevallen is toegevoegd.
De beheerder of eigenaar van een toestel dient een ernstig ongeluk te melden bij de NVWA. Een ernstig ongeluk houdt in dat er (blijvend) letsel is opgelopen, er sprake is van overlijden of directe ziekenhuisopname. Een ongeluk melden doe je via de meldkamer op 0900-0388.

Het model merk en certificaat van goedkeuring zijn aangescherpt.
Het merk van goedkeuring wordt ingevoerd voor alle speeltoestellen die type gekeurd zijn. Een merk van goedkeuring wordt zichtbaar aangebracht op het toestel, hierdoor is ook voor gebruikers goed te zien dat het toestel is goedgekeurd door een AKI. Op zo een merk van goedkeuring staat informatie over onder andere de AKI (aangewezen keuringsinstantie) die het toestel heeft goedgekeurd, maar ook het nummer van het certificaat van goedkeuring. Zo is het makkelijker om het toestel aan het certificaat te koppelen tijdens bijvoorbeeld inspecties van de NVWA. 

De regels voor verhuurders zijn aangescherpt.
De verhuurders en beheerders van speeltoestellen dienen te zorgen dat een speeltoestel zodanig is geïnstalleerd, gemonteerd, gedemonteerd, beproefd, geïnspecteerd, onderhouden en van opschriften is voorzien, dat bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat. Dit moet ook in het actueel dossier worden gedocumenteerd.

Resultaat of gewenst resultaat

Goed en efficiënt beheer van speeltoestellen

Documenten
Veelgestelde vragen
  • Wanneer valt een toestel onder de wet voor speeltoestellen?
    Alle speeltoestellen op (semi-)openbaar terrein vallen onder deze wet (Was). Een speeltoestel op bijvoorbeeld het eigen terrein van een restaurant, kinderopvang of sportclub valt ook onder deze wet. Alleen een speeltoestel dat, voor privégebruik, in de eigen achtertuin van een woonhuis staat, valt niet onder de wet voor speeltoestellen.
  • Wanneer ben ik de beheerder van het toestel?
    In principe is de eigenaar/huurder van de grond onder het toestel verantwoordelijk voor de veiligheid. Soms wordt die verantwoordelijkheid overgedragen aan anderen (een school, speeltuin- of sportvereniging). Zorg dat dit goed geregeld is en duidelijk op papier staat
  • Wanneer is iets uit de natuur een speeltoestel?
    Een boom is geen speeltoestel, maar een boom die bewerkt is om er op te kunnen spelen is wel een speeltoestel. Natuurlijke elementen die niet onder deze wet vallen moeten natuurlijk ook veilig zijn. Kijk bij twijfel op www.vwa.nl (zoek op “speelbossen”)
  • Kan een inspectiebureau een toestel “herkeuren”?
    Nee, een inspectiebureau helpt je met de jaarlijkse inspectie op slijtage. Het toestel heeft bij de fabrikant al een typekeuring gekregen. Dat hoeft een inspectiebureau niet nogmaals te doen. Geef dit vooraf duidelijk aan als je inspectiebureau inhuurt.
  • Hoe zorg ik dat mijn toestellen veilig geïnstalleerd zijn?
    De fabrikant geeft bij toestellen aan wat de eisen voor veilige installatie zijn. Daarbij moet bijvoorbeeld aangegeven zijn hoeveel ruimte er om het toestel moet zijn en wat voor ondergrond geschikt is. Controleer dit direct na installatie.
  • Wat moet ik doen met toestellen die geen keuringsplaatje/certificaat hebben?
    Een toestel van vóór 1997 hoeft geen keuringsplaatje te hebben. Zo’n toestel moet wel veilig zijn. Ga bij een toestel van na 1997 bij de fabrikant of keuringsinstantie na of het toch een typekeuring heeft. Laat anders het toestel alsnog keuren.

Tags: Regelgeving speeltoestellen veiligheid stappenplan WAS attractie warenwetbestluit NVWA